Het renovatie-klaar maken van mijn huis roept stof op. Fijn stof, iets minder fijn stof, stofwolken en stof om te zeuren. Al kasten leegruimend dwarrelen stofvlokken door de slaapkamer, de badkamer en het halletje. De stofzuiger maakt overuren en langzaam maar zeker daalt het stof neder. Figuurlijk dan, want in de stofzuiger zak kan het letterlijk geen kant op. De huiskamer is ineens twee kasten rijker. De inhoud van die en andere kasten staat op tafel, te wachten op een beslissing: blijven, goed doel en/of kringloop, vuil container. Verder is het lang geleden dat mijn handen zoveel afwaswater hebben gezien.
Dit alles onder toeziend oog van de Boysz. Aan het eind van de dag staat alleen de afwasbak nog op tafel. U weet wel, de tijdmachine van de Boysz. Het stuur plaats ik terug in het rooster op de badkamer, hun instrumentenpaneel leg ik bij de DVD-speler. ‘Waarom doe je dat? Waarom gooi jij onze tijdmachine weg?’ vraagt Toet boos. ‘Ja, waarom?’ ‘Why?’ doen ook de andere twee een duit in het zakje.
Ik leg de kleine muis en zijn vriendjes uit dat ik hun tijdmachine niet weg gooi maar juist ga schoonmaken omdat binnen nu en een week zowel de badkamer als de keuken even niet meer bruikbaar zijn, en dat Zoon en ik de bak nodig hebben om te vullen met was- en afwaswater. ‘Ik vind het zonde om voor een maand een ander stuk plastic in huis te halen,’ eindig ik de uitleg. Ik ga ervan uit dat de Boysz nu gerustgesteld zijn, maar Toet is in een zeurbui, dus zeuren zal hij.
‘Dus dan mogen wij nergens naartoe?’ bromt Toet boos. ‘Terwijl wij wel een stofallergie kunnen oplopen van al het stof wat jij doet opwaaien.’ ‘Een stofallergie zal wel meevallen,’ antwoord ik vrolijk. ‘Tenslotte zijn jullie van stof gemaakt, dus… niet zeuren Toetje.’ De muis werpt mij een woeste blik toe. ‘En jullie mogen best op stap gaan,’ voeg ik er aan toe, ‘jullie mogen alleen niet te ver weg gaan met de wasbak, want ik heb dat ding een paar maal per dag nodig hoor.’ Toet zucht eens om zoveel dommigheid van mijn kant. Zijn goede humeur is acuut terug. ‘Tijd en ruimte,’ zegt hij schaterend. ‘Het maakt niet uit hoever en hoe lang wij weggaan, onze tijdmachine is er gewoon altijd als jij hem nodig hebt.’
‘Yeas,’ knikt Moeltje. ‘En zo niet,’ piept Rozi met een ondeugende twinkeling in zijn ogen, ‘dan wacht je maar vijf minuutjes. Jullie hoeven de komende maand toch nergens naartoe.’ Daar heeft die kleine olifant gelijk in. Bovendien, als zij op stap zijn met de tijdmachine, hoef ik die drie voor de voetlopers niet in de gaten te houden.
Humm, misschien moet ik toch maar een extra afwasbak aanschaffen!
Maarre stel nou he dat jij net een heel vies sopje hebt gemaakt en zij dan terug komen dan krijg je toch een gore bende? Als in 3 knuffels in de wasmachine?
LikeLike
Dan hebben we een paradingesdinges en spontaan twee afwasbakken. Een met een vies sopje, en eentje met de Boysz…
LikeGeliked door 1 persoon
Tja. Het wordt even behelpen. Ook voor de boysz. Of misschien vooral voor de boysz. Koop jij maar een extra teiltje. Wel zo rustig straks.
LikeGeliked door 1 persoon