Toet & Co: ‘hurbes ar goed for joe

Vrijdagavond komt Zoon thuis met een doos vol drank. IJsthee, ranja, cola en meer van dat spul. De koelkast is groot, maar niet groot genoeg. De fles Schrobbeler, die al maanden zo niet langer in de deur staat, moet verhuizen en eindigt als een eye-catcher boven op de koelkast.

Ik ben niet de enige die de fles heeft zien staan. Ik zie de boysz er regelmatig naar kijken. Aan het einde van de avond kan Moeltje zijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen. ‘Whoat is det?’ ‘Sjchrobbelaer,’ verkracht ik de Limburgse uitspraak van het spul. Moeltje knikt alsof dat alles verklaart en de heren gaan in conclaaf. Zacht smiespelend wordt er overlegd. Lang overlegd. De gemoederen lopen op en ik hoor Rozi piepen, ‘Het is een schoonmaakmiddel. Om mee te schrobben.’ Even later hoor ik Toet ‘koelkast’ mompelen.

Zaterdagochtend breek ik bijna mijn nek over een stoel die midden in de keuken, pal voor het koffiezet apparaat staat. ‘Zeg jongens, als jullie koffie willen pakken is dat prima, maar zet daarna de stoel wel weer terug,’ zeg ik boos, terwijl ik over mijn scheenbeen wrijf. Zo’n stoel die onverwachts van rechts komt, kan een mens aardig beschadigen.

Als antwoord hoor ik een zacht gegiechel. Ik kijk in de richting van het geluid en zie….

Rozi die genietend,met donker roze oortjes, iets uit een kommetje drinkt.

Moeltje die op zijn gemak uit een ander kommetje lebbert.

Toet die hoofdschuddend toekijkt. Iets wat die andere twee later op de dag beslist niet zullen doen, ben ik bang. Toet ziet mijn blik. ‘Ik zei nog, dit moeten jullie niet doen. Daar zit alk zijn hol in en daar wordt je ziek van, maar Moeltje zei, “Er zitten ‘hurbes in, hurbes are goed for joe..” Nou ja, toen heb ik ze een beetje geholpen want anders was de fles misschien gevallen en dat is zonde. Bovendien was je daar vast wakker van geworden en je sliep zo lekker. Ik heb ze maar een heel klein beetje gegeven hoor. Een paar druppeltjes.’

Aan zijn blik zie ie dat hij een compliment verwacht omdat hij zo voorzichtig is geweest. Ik zeg even niets. Zuchtend klim ik op de stoel en pak de twee kommetjes en zie dat er inderdaad niet veel in heeft gezetten. Maar Rozi en Moeltje zijn zo klein, dat ze ook niet veel nodig hebben. Dan pak ik de twee kleintjes op en breng ze naar hun vaste slaapplek. Moeltje slaapt voordat zijn hoofd de schapenvacht raakt.

Rozi wil nog wat zeggen maar slaat verschrikt zijn pootjes voor zijn snuit. Ik zie wat fluf en stuf tussen zijn pootjes doorlopen. Tranen beginnen te biggelen. Ik neem hem mee terug naar de keuken en maak hem schoon. Daarna leg ik hem naast zijn partner in crime en haal twee zakdoeken die ik een beetje vochtig maak en bij de heren op het hoofd leg. Ook Rozi krijgt dat niet meer mee. Zacht snurkend ligt hij te slapen.

Het is al avond wanneer eerst Rozi en aansluitend Moeltje wakker wordt. Rozi kreunt een beetje. Moeltje gaat rechtop zitten, grijpt naar zijn hoofd en zakt weer in elkaar. ‘Oh mai, main head explodes. I thought ‘erbes where good for you.’

Ik denk dat het niemand verbaasd dat de twee kleintjes zelfs nu nog meer dan stilletjes zijn. Toet trouwens ook. ‘Ik had misschien iets duidelijker moeten vertellen wat alk zijn hol met je doet,’ fluistert hij mij toe.

Toet, Rozifantje en Moeltje, aka de Boysz, zijn drie magische knuffels die mijn leven mooier maar op zijn tijd ook zwaarder maken. Toet is van oorsprong een CliniClown muis, Rozifantje iss een creatie van Appelig en daarmee one of a kind, en Moeltje is in 1998 in de rugzak van Zoon mee naar Nederland gekomen, en woont hier dus min of meer illegaal.

4 Comments

  1. Nog mazzel dat ze niet in de auto gestapt zijn! Ik zou – als ik jou was – vandaag extra veel lawaai maken. Misschien Alexander Curly draaien. Met het volume op 100. “I’ll never drink again” 🙂

    Like

Reacties zijn gesloten.