T&C: Between duh ears…

Morgen wordt het lente-achtig warm, zegt de weerman. De Boysz, die slechts twee seizoenen kennen, zomer en alles wat geen zomer is, luisteren gespannen. Lente-achtig zegt hen niets. Warm des te meer. ‘Morgen begint de zomer,’ jubelt Toet. ‘Snel snel, wai need our somercloos,’ bromt Moeltje. Het beertje laat zich van de bank glijden en rent naar mijn slaapkamer. De sokkenla om precies te zijn.

Toet rent achter hem aan. Rozi en ik volgen wat rustiger. Als wij de slaapkamer binnen lopen trekt Toet net met een sierlijke zwaai de wintersok van zijn oren. Moeltje wil zijn voorbeeld volgen, maar bij gebrek aan beer zit het grootste deel van de sok rondom zijn nek gewikkeld. Het perfecte moment voor een stukje dramatiek. ‘Ai krijg geen adem. Ai stik.’ Ondertussen blijft hij aan de sok trekken. Dat schiet niet op. Ik pak hem op en maak de sok los. ‘Zenk joe,’ raspt hij. ‘Ai was afraid ai would dij.’

Dan ziet hij de sokken die Toet omhoog houdt. ‘Det met duh stipszzz en duh straips,’ jubelt hij en vergeet te raspen. Hij grist een sok uit Toet’s pootje en rent naar de huiskamer. Op de voet gevolgd door Rozi en Toet. Had ik al gezegd dat het niets warm is op mijn slaapkamer. Iets met een open raam en gelegen op het noorden. Ik help de Boys met het aantrekken van hun zomertenu. ‘Ik wil alleen een sjaal,’ zegt Toet gedecideerd. ‘Ik laat mijn oortjes lekker in de warme wind wapperen.’ Moeltje is minder dare devil. en gaat voor zijn standaard outfit. Alleen wat dunner.

De volgende morgen zien we met zijn vieren hoe de zon begint te stralen. ‘Ik ben blij dat ik gisteren mijn zomersok om heb gedaan,’ zegt Toet stellig. ‘Anders was ik nu vast gaan smelten, zo warm is het.’ Moeltje knikt. ‘Ai hef de sweat in mai eartjes staan,’ bromt hij. Ik vind het niks warm en werp een blik op de thermostaat. Die geeft aan dat de ketel nog aan het stoken is. Negentien graden zie ik. Nog niks warms aan. Ik zie dat Rozi zijn zomer- en winter Dr Who sjaal een keertje extra rond zijn nek draait. Voor hem is het ook nog geen zomer.

Een rilling onderdrukkend wrijft Toet demonstratief over zijn voorhoofd, om het denkbeeldige zweet weg te wissen. ‘No koffie for mai,’klappertand Moeltje. ‘Ai want un cold drankje todee,’ ‘Zeker weten?’ vraag ik, en blaas in mijn koffie. ‘Ik vind het nog maar koud.’ Meewarig kijken Toet en Moetlje mij aan. ‘Het is warm,’ bromt Toet, ‘Kijk die zon eens stralen.’ Hij trekt zijn sjaalsok stevig om zijn nek. ‘It’s nais weer,’ bromt Moeltje. ‘The cold. Det zit between duh ears.’

Ootmoedig geven Rozi en ik de twee andere gelijk. Onze blik van verstandhouding zegt iets anders. De zomer, die zit tussen twee paar oren in. En onze oren zijn het niet.

Toet, Rozifantje en Moeltje, aka de Boysz, zijn drie magische knuffels die mijn leven mooier maar op zijn tijd ook zwaarder maken. Toet is van oorsprong een CliniClown muis, Rozifantje iss een creatie van Appelig en daarmee one of a kind, en Moeltje is in 1997 in de rugzak van Zoon mee naar Nederland gekomen, en woont hier dus min of meer illegaal.

4 Comments

  1. Volgens mij waren ze zo weer binnen na die foto! Uit de wind in de zon vond ik het gaan maar de slaapkamer hier is ook op het noorden en ik vind het er nog neit veel aan.

    Geliked door 1 persoon

  2. Ze kunnen de boom in, die twee. Niks beween duh ears. Ik vind het koud! Ik probeerde als kind, als ik het koud had, mezelf warm te denken. Dan ging ik heel hard denken dat ik het warm had. Helpt nog steeds niet, jammer genoeg.

    Like

    1. Voor de jongens werkt het ook niet. Dus zitten ze al de hele week in een zomerkleren bovenop de verwarming .. En maar klagen dat het (te) warm is. Ja duhuh…

      Like

Reacties zijn gesloten.