Vijf kilo geleden

Een kilo of vijf (en een jaartje of zeven geleden) kocht ik een skinny jeans maat 42. Niet dat ik perse een skinny jeans wilde (verre van) maar ik had een broek nodig, zag geen andere modellen liggen en dacht, vooruit dan maar. Op zich zat de broek niet verkeerd, zelfs niet toen het wat kilootjes extra moest verbergen. Dat er spanning op de naden ontstond dat realiseerde ik mij pas toen ik een jaar of drie geleden een nieuw exemplaar (in dezelfde maat van hetzelfde merk) kocht. Die broek heeft nooit makkelijk gezeten en ligt klaar om naar de kringloop te gaan.

Dat ik een tweede exemplaar kocht had trouwens een reden. Die blauwe skinny jeans, die kon echt niet meer. Spanning op de naden en de stof werd op meerdere plaatsen dun. In het kader van de duurzaam- en zuinigheid bleef ik het blauwe exemplaar wel dragen. Droeg dat vaker dan de vervanging. Ondertussen keek ik uit naar iets anders maar vond niets. Corona kwam en ik ging online kijken. Ik vond iets moois *) maar hing tussen twee maten in. Bovendien droeg ik al thuiswerkend vooral joggingbroeken dus wie doet me wat.

Een paar weken geleden, en weer wat meer kilo’s zwaarder, stond er een bezoek aan de grootgrutter op het programma. Voorzichtig trok ik de broek aan en deed mijn best tijdens dat proces zo min mogelijk spanning op de zijnaden te zetten. Als een sardines in een blik ging ik de boodschappen doen. Ik shop meestal op ooghoogte behalve wanneer het op noodlesoep aankomt. Zoon vindt die van de onderste plank het lekkerst. Soepel ging ik door de knieën en hoorde een scheurend geluid. Mijn naden! dacht ik geschrokken en zag mijzelf al in mijn onderbroek naar huis moeten wandelen.

Ik had geluk. De scheur liep dwars over de knie. Ik had ineens een supermoderne broek aan. Thuis trok ik mijn joggingbroek weer aan en de jeans verdween in de prullenbak. Die avond ging ik tot bestellen over. Dankzij de extra kilo’s en centimeters viel ik niet langer tussen twee maten. Ik had de grootste nodig.

Twee dagen later werd de broek bezorgd. Hij zat als gegoten. Een van de dames zei nog, een beetje ruim maar de andere twee en ik waren het eens dat na die te kleine skinny alles als ruim aanvoelde. Hij was ook te lang. Ik maakte een foto, stuurde die naar Vriendin, schreef over zomen en zij zei, Ik zou hem eerst even wassen. Die dingen willen nog wel eens krimpen..

Ik draaide nog een keertje rond, ging driemaal door de knieën, trok de broek uit, knipte alle labels los en de broek verdween in de wasmachine. De broek bleek niet gekrompen en mijn hoofd zei, hum, toch een beetje ruim maar wel makkelijk. Toch verdween de broek aan het einde van de dag terug in de wasmachine. Dit keer op 60 graden inclusief droogtrommel. Dat scheelde een millimeter, misschien twee. De broek verdween in de kookwas. Dat scheelde iets meer, maar nog niet voldoende.

Vroeger had ik het opgegeven. Had ik gedacht, zonde van het geld maar deze broek samen met het te kleine exemplaar toch naar de kringloop gebracht. Maar dat was vroeger. Tegenwoordig kijk ik dus regelmatig naar naai-video’s. Video’s waarin het oude handwerk wordt getoond. Video’s waarin uitleg wordt gegeven over hoe mensen vroeger, toen het leven echt niet beter en waarschijnlijk niet eens zoveel langzamer was, hun kleding vermaakte *).

Ik kijk vooral voor de mooie plaatjes en om mij aan de mooie kledingstukken te vergapen, maar onbewust leer ik er ook nog wat van. Ik bekeek de broek eens goed en zag dat de naden die over de voor- en achterkant lopen ter hoogte van de lies stopte. Als ik twee van die naden door zou laten lopen, had ik waarschijnlijk genoeg stof weggewerkt om de broek passend te maken. Ik bleek gelijk te hebben. Aansluitend ging de zoom erin en heb ik een goed passende broek. En het leuke is: val ik af, kan ik aan de achterkant de naden ook door laten lopen en de broek zo nog wat langer doordragen. Kom ik aan, toorn ik de naden los en pas nog steeds in mijn broek.

Is al dat zinloze scrollen toch nog ergens goed voor. 😉

*) De eerste link verwijst naar de website van een winkel; de tweede link naar een youtube filmpje.

8 Comments

  1. Knap, hoor! Ik kan dat niet. Of nou ja, vast wel, maar ik heb er geen zin in. Ik heb altijd het probleem dat spijkerbroeken ‘gapen’ aan de achterkant (Qoute: ik heb geen wespentaille maar een bijenrompje). Mijn moeder fikste dat altijd voor me door de achternaad los te maken en in te nemen. Nu haar handen niet meer willen, draag ik gewoon een riem. Ik ben gewoon lui, vrees ik.

    Like

  2. Dat is nog eens handige kleding, een soort switchbroeken. Ik ga mijn broeken ook eens op 60 graden wassen.

    Like

  3. Ik draag jeansbroeken met elasthan, iets met me zelf een beetje voor de gek houden want er zitten inmiddels ook weer wat kilo’s aan en de broeken zitten nog altijd als gegoten 😉

    Like

Reacties zijn gesloten.