We hebben een afspraak, de Boysz en ik. Wanneer ik aan het werk ben spelen zij rustig in de vensterbank, op het balkon of sluipen., buiten het bereik van de teams-camera, naar de hal. Dit alles in alle rust, zonder kabaal te maken, zodat ik niet het risico loop dat collega’s vragen gaan stellen. Zo van zag ik nou een enorme muis door jouw kamer kruipen? Da’s waarschijnlijk de reden dat het zaterdag, aan het eind van de dag, pas tot mij doordrong dat de Boysz wel heel erg rustig waren.
Mijn eerste gedachte was dat zij er met de tijdmachine op uit waren, maar neen, de tijdmachine stond nog gewoon op het muurtje in de badkamer. Ineens zag ik ze zitten in de vensterbank. Stokstijf stil. Alsof het geen magische knuffels zijn. Verbaasd kwam ik dichterbij en zag de eerste schijn mij bedrogen had. Wel stokstijf stil, maar waakzaam. Vanuit zijn ooghoek zag Toet mij aankomen, en begon te seinen. Met die kraaloogjes van hem geen simpele opgaven. Ik volgde zijn blik.
Op het zwarte neusje van Moeltje groeide een groot gezwel. Een mottig gezwel. Het beestje had vrijdag dus toch niet de benen genomen, en had door de dag heen ook geen gebruik gemaakt van de openstaande deur. In plaats daarvan was het beest in innige omhelzing met de neus van Moeltje. De mot sliep. Met kleine pufjes lucht probeerde Rozi, zonder enig resultaat, het beest van Moeltjes neus te blazen.
Ik viste Toet van de vensterbank om elders in de kamer te overleggen. Waarom hebben jullie dat beestje niet weggejaagd?, vroeg ik. Heb je die slagtanden gezien, bromde Toet. Wij zijn bang dat wanneer dat beest schrikt hij Moeltje bijt en wij zitten niet te wachten op een MothBear als vriendje. Kijk, als hij daarna de misdaad gaat bestrijden, is er net zo gek veel aan de hand, maar wat als hij ineens een misdadige inborst krijgt? Wat moeten wij als vriendjes dan doen? Aangeven bij de politie. Die ziet ons aankomen.
Inderdaad, aan fantasie heeft het de vriendjes nooit ontbroken. Ik besluit het risico op een MothBear in huis wel te lopen, en pak het beertje voorzichtig op. Daar waar hij normaal als een bonenzak in elkaar stort, houdt hij dit keer zijn rug recht. Ik zet Moeltje met mot midden tussen de bermplanten op het balkon en tik voorzichtig tegen de mot. Verstoord maakt het beestje één oog open, spreidt zijn vleugels en verplaats zich naar een korenbloem. Daar rekt hij zich eens goed uit, wappert even met vleugels, stijgt op, en vliegt de weide wereld in.
Moeltje is weer zijn eigen bonenzakkerige zelf. Wrijft eens over zijn neus en vraagt, Ken joe zie bitemarks om mai nose? Ennie gaatjes perhaps? Ik inspecteer de neus van het beertje grondig maar kan geen sporen van mot-geweld ontdekken. Boysss, roept hij, joes ken come out. Ai ben nog steeds Moeltje end not MothBear. Ai em no danger to society!. Ja lieve mensen, er is weer een crisis bezworen in huize Digitalix.
Fijne zondag allemaal!
Toet, Rozifantje en Moeltje, aka de Boysz, zijn drie magische knuffels die mijn leven mooier maar op zijn tijd ook zwaarder maken. Toet is van oorsprong een CliniClown muis, Rozifantje iss een creatie van Appelig en daarmee one of a kind, en Moeltje is in 1997 in de rugzak van Zoon mee naar Nederland gekomen, en woont hier dus min of meer illegaal.
Misschien geen Mothbear maar wel dapper. Ik was heel hard gaan gillen als ik een mot on my nose had.
LikeLike
Misszzz Nicky.. Ai wanted wel screamen, but sai woas aan the work end den wai must still sain.
LikeLike
Ik snap ze wel hoor, ik mieter motten ook buiten moet er niets van hebben!
LikeGeliked door 1 persoon