Vrijdagochtend worden de Boysz en ik opgeschrikt door kabaal van buiten. Ik geloof het wel, maar de Boysz nemen plaats in de vensterbank. Ze plaatsen borden, piept Rozi. Maar we kenne niet zien wat er op staat, bromt Toet. Het vreet aan ze, zie ik. Lang nadat de mannen zijn vertrokken wringen zij zich in alle bochten om te zien wat er op de borden staat. Zoon blijkt net zo nieuwsgierig en gaat even kijken. Vanaf volgende week donderdag mogen we niet in de straat parkeren, meldt hij bij thuiskomst. Ik leg de melding naast mij neer want parkeer daar nooit.
Voor de Boysz begint de spanning nu pas echt. Want waarom mogen we volgende week niet in de straat parkeren? Ze zullen wel iets van leidingen komen vervangen, zegt Zoon. De Boysz vinden dat veel te gewoontjes. Zij willen spanning en sensatie. Een steek- of schietincident lijkt hen wel wat. Of weer een poederbrief. Ik leg uit dat de politie dit soort dingen meestal niet van te voren weet, dus ook niet bij voorbaat al straten af gaat zetten. Dan is er een plan, piept Rozi. Iets wat ze weten dat er gaat gebeuren. De vriendjes denken diep na. Ai hef begrepen det duh piepels may vier duh mardi gras, bedenkt het beertje. Misschien komt de optocht wel door de straat, glundert Toet.
Opgewonden praten de Boysz over carnaval en optochten. Waar ze alle kennis vandaan hebben weet ik niet, want meer dan de avond vierdaagse en de Sint Maarten tocht is nog nooit door onze straat gekomen. Ik wijs de Boysz op de lengte, breedte en hoogte van praalwagens. Afmetingen die niet passen in de smalle hoekige straat voor de deur en het tunneltje waar een wagen door moet om de straat achter zich te laten. Bovendien komt er dit jaar geen optocht want de versoepelingen kwamen te laat om de vergunningen te regelen. Ik praat tegen dovemans oren. Zij praten zoveel dat mijn oren tuiten.
De ene na de andere zoekopdracht wordt aan Google voorgelegd en tot hun grote verdriet geeft Google mij keer op keer gelijk. Geen optocht. Geen georganiseerde viering. Bij het horen van spontane buitenfeesten veren zij even op, maar in geen velden of wegen is er een kroeg te vinden in deze straat dus… Uiteindelijk vestigen zij al hun hoop op de kinderoptocht die voor zondag gepland staat. Wij gaan mooi verkleed voor het raam zitten, piept Rozi. Ik vraag als wie of wat zij verkleed gaan. Doctor Who, zegt Rozi, naar zijn sjaaltje wijzend. Archeoloog, meldt Toet, want ik heb een muts met een dino. Hybernating bear, zegt Moeljte. Ai hef duh slaapmuts op. Geen speld tussen te krijgen bij die drie. Totaal niet voor reden vatbaar.
Het wordt donderdagochtend. Ineens staan er vijf busjes met mannen, en een graafmachine voor de deur. Er worden dranghekken neergezet zodat de straat helemaal gebarricadeerd is. Bakstenen worden in razend tempo uit de grond gewipt. Dan gaat de graafmachine aan het werk. En de Boysz. Die zijn zwaar teleurgesteld. Niet alleen begint het besef tot hen door te dringen dat zij de kinderoptocht op een buikjes kunnen schrijven, vanaf de vensterbank is het niet mogelijk de werkzaamheden verderop in de straat te bekijken. Daarvoor moeten zij op het balkon zijn.
Eenmaal op het balkon moeten zij al snel toegeven dat Dudley. Eunice en Franklin dan wel vertrokken zijn, maar dat het nog steeds hard waait. Harder dan zij hebben kunnen. Dus trekken zij zich kniezend terug op de vensterbank en genieten uiteindelijk toch van spektakel. Niet zo’n groot spektakel als gehoopt, maar toch zijn er genoeg automobilisten die de borden niet goed gelezen hebben en zich nu in allerlei bochten moeten wringen om middels schier onmogelijke bochten de straat achter zich te laten. Een knuffelhand is snel gevuld.
Ik vond het zo zielig dat er geen kinderoptocht kwam dat ik bijna in mijn auto gestapt was om met mijn boerenkiel aan langs jullie raam te lopen. Gelukkig las ik nog net op tijd wat spektakel op het eind.
LikeGeliked door 1 persoon
Voor een deel van de wijk is onze straat de kortste weg naar de stad…. De Boys hebben hun ogen uitgekeken…
LikeGeliked door 1 persoon
En de Boyz zongen op het balkon niet eens een verbastering van Blof? ‘Het waait harder dan ik hebben kan, harder dan ik blazen kan’ ofzo?
LikeLike
Jij hebt de verwijzing opgepikt… 😉
LikeGeliked door 1 persoon
Wie niet?? 😃
LikeGeliked door 1 persoon
🤣😍
LikeLike
Je hebt mij weer laten genieten van je huisgenoten.
Vrolijke groet,
LikeGeliked door 1 persoon
Och misschien kunnen ze van de week nog in het zand spelen als die klusmannen als weg zijn?
LikeLike
Het ziet er redelijk goed uitgeruimd uit… En de borden staan er nog… Dus de mannen komen terug…
LikeLike