Toet & Co: Oefenen

Ik snap dat jullie ontmoeting met de vlaaing nun eng was, maar ik snap niet waarom je haar niet weg gefantaseerd hebt. Toeterke’s mondje valt open. Hoezo, weg gefantaseerd? Ik snap niet wat jij bedoelt. Zij was daar in werkelijkheid. Niet alleen het muizenmeisje kijkt hem boos aan. Ook Moeltje kijkt niet blij. Toet aarzelt even. Ik weet niet zo goed hoe ik dit uit moet leggen, begint hij, maar ik doe mijn best.

Weet jij nog de eerste keer dat jij met ons mee op reis ging Moeltje? Het beertje knikt. Det woas wen wai Laika gesaved hef. Rozi hef mai den explained det ai must use mai imagination. Toet knikt. Precies dat. Fantasie. Toeterke kijkt verbaasd. Laika, zoals het ruimtehondje. Weer knikt Toet. Wij hebben haar gered en naar de Dierenopvang gebracht.

Kan niet, mompelt het muizenmeisje. Ten eerste is Laika ver voordat wij gemaakt zijn de ruimte ingeschoten en het is in de ruimte veel te koud, zelfs voor knuffel zoals wij. Met een brede grijns op zijn gezicht geeft Toet haar gelijk. Maar wat jij vergeet is de kracht van fantasie, zegt hij. Zonder fantasie lagen wij net als de knuffels in de winkel gewoon op onze rug gedachteloos voor ons uit te staren. Dankzij de fantasie van onze mensen leven wij, beleven wij avonturen, kunnen wij eten en drinken, hebben wij verstand en …. fantasie.

Die fantasie van fantasie gebruiken wij om avonturen te beleven. Daarom kan de afwasbak door tijd en ruimte reizen, hebben wij het alleen koud als het in het verhaal goed uitkomt, en hoeven wij ons niet druk te maken over zwaartekracht, zuurstof en de wetten van aero-dynamo-weerstand, piept Rozi.

Bud wai hef ai soveel problem with duh fantasy of duh euh duim-fantasy-kind? vraagt het beertje toch wel een beetje verdrietig. Ik denk omdat jij eigenlijk van Zoon bent, antwoordt Toet. Zoon was nog heel klein toen jij bij hem kwam wonen, en was vooral bezig met eten, drinken, monsters onder het bed en buiten spelen, en dat is waar jij ook het meest mee bezig bent. jij droomt en fantaseert over een kleine wereld. Het beertje kijkt bedenkelijk. Joes bedoelt ai must start dreaming BIG? vraagt hij. How big? Grizzly bear big? Elifanten big?

Toet denk even na. Neehee, zegt hij dan aarzelend, Ik denk dat het niet met groot te maken heeft maar meer met weten en negeren. Kijk, Toeterke heeft natuurlijk gelijk. De ruimte is geen plek voor kleine knuffels. Dat weten Rozi en ik. We hebben alleen besloten die informatie te negeren, omdat we anders maar half leven en gedoemd zijn een beetje dom voor ons uit naar buiten te staren, zonder iets met ons leven te doen. Hij zucht eens diep. Ik zei toch dat het lastig is om uit te leggen. Ik denk dat Rozi en ik het gewoon voor moeten doen.

De muis loopt naar de badkamer en komt even later terug met de afwasteil. Jullie hebben de motor toch, zegt Toeterke liefjes. En ik de bezem. Toet schudt zijn hoofd. We kunnen niet met z’n vieren op de motor, zegt hij gedecideerd, Zoveel fantasie hebben Rozi en ik niet. Straks als we gaan oefenen kan dat trouwens wel, maar nu moeten jullie eerst leren fantaseren.

Gedwee stappen de twee leerlingen bij Toet en Rozi in de afwasteil. Toen jullie naar de nonnen gingen, hoe ben je daar toen naar toe gegaan? vraagt hij Toeterke. Ik had een foto van een kantoor in de folder gezien, zegt het muizenmeisje. Daar ben ik naartoe geflitst. Toen we eenmaal daar waren hebben we door de school gevlogen tot we het juiste klaslokaal hadden gevonden en zijn toen op zoek gegaan naar een verstopplek en dat was die lege kast met grote deuren.

Rozi en Toet kijken elkaar aan. Ik heb beeld, piept het olifantje en met een flits verdwijnt de bak om ergens in het donker zachtjes op een plank aan de donkere kant van het sleutelgat te landen. Zitten we goed? vraagt het olifantje. Toeterke kijkt door het sleutelgat. Ja, hier zaten we toen de vlaaing nunIeks der sai is, gilt het beertje. Rozi, breng ons naar de tijd voordat zij een spook werd, roept Toet.

Dit keer landen ze in een overvolle kast tussen allerlei schoolspulletjes zoals leien, leesplankjes en kroontjespennen. Vanaf de andere kant van de deur klinkt het aap, noot, mies. Zachtjes nu, fluistert Toet. Kijk eens door het sleutelgat. Staat de non voor de klas. Moeltje drukt zijn oog tegen het sleutelgat. Yeas, det is sai mit duh witchy noos, antwoord het beertje harder dan slim is.

Dacht ik al, fluistert Toet. Rozi, spring even een paar uur voor of achteruit, zodat er niemand in het lokaal is, dan kunnen we makkelijker praten want ik ben bang dat iemand ons hoort. Zijn waarschuwing komt te laat. De deur gaat open en het laatste wat de vier knuffels, voordat Rozi hen weg flitst, zien is het verbaasde gezicht van de non. Oh no, sai hef ons gesien, jammert het beertje. Woat must wai now do?

Rustig blijven, antwoordt Toet. Er is niets aan de hand al ben ik bang dat wij schuldig zijn aan haar spook-zijn. Dat moeten we aan het einde van de les even rechtzetten. Komt goed. Toeterke kijkt bedachtzaam. Ik denk dat ik snap hoe jullie door tijd en ruimte springen, zegt zij. Met beelden in je hoofd. Omdat jullie denken dat het kan, kan het. Maar wat bedoel je met rechtzetten?

Toet grinnikt eens. Weet je nog dat ik aan het begin van de les zei, dat je haar weg had moeten fantaseren, en dat jij zei dat zij er echt was? Toeterke knikt. Jij hebt gelijk. Zij was er echt. De meeste mensen die ons zien, denken dat wij niet echt zijn, en geloven hun ogen niet. Deze non vertrouwd wel op haar ogen, en is nog steeds op zoek naar een verklaring voor iets waarvan zij 100% zeker is dat zij heeft gezien, maar waarvan haar verstand zegt dat het niet kan. Daarom is zij nu een spook. Om de waarheid te achterhalen.

Joes means det wai must shake hends with duh vlaaing nun, griezelt het beertje. Yup, antwoordt Toet. Ik denk dat zij blij is wanneer wij uitleggen dat zij ons niet echt heeft gezien, maar dat de fantasie van ons mens zo sterk is, dat zij ons wel echt heeft gezien en dat zij nu kan stoppen met spoken omdat wij en echt en niet echt zijn als je snapt wat ik bedoel. Het beertje kijkt hem weifelend aan. Maar voor de zekerheid spreken we nu af waar we naartoe flitsen als zij niet wil stoppen met spoken en eng gaat doen, piept Rozi.

Toet knikt bevestigend. En we moeten even nadenken over het moment waarop we met haar gaan kennismaken. Dat moet om twee redenen in de toekomst liggen. Ten eerste de tijdreizigers-para-glidingshow, en ten tweede hebben jullie en wij samen haar nu gezien, dus als zij daarvoor stopt met spoken klopt jullie herinnering niet meer.

Voordat de vier hun sprong kunnen maken grijp ik, hun mens, in. Jullie zitten al dik over de duizend woorden, meld ik. Ik stel voor dat we de rest van het avontuur bewaren voor een volgende keer. Het is duidelijke dat de dame en heren het niet met mij eens zijn, maar helaas voor hun ben ik soms de baas. Wordt vervolgd dus.

Toet, Rozifantje en Moeltje, aka de Boysz, zijn drie magische knuffels die mijn leven mooier maar op zijn tijd ook zwaarder maken. Toet is van oorsprong een CliniClown muis, Rozifantje is een creatie van Appelig en daarmee one of a kind. Moeltje is in 1997 in de rugzak van Zoon mee naar Nederland gekomen, en woont hier sindsdien min of meer illegaal. Toeterke is een CliniClown muizen-meisje en elders woonachtig maar nooit te beroerd de Boysz met een bezoekje te vereren.

6 Comments

  1. Beste knuffels. Jullie weten het niet, maar vannacht ben ik in een metafyische ZEN-droom tot in jullie kamer doorgedrongen. Onzichtbaar natuurlijk. En daar heb ik wat kleine sabotagewerkzaamheden verricht o.a. aan jullie nieuwe voertuigje. Ik zeg niet wat maar je gaat het wel merken. het heeft te naken met tijd en ruimte, dezelfde waar ik door jullie in ben gevallen.
    Ik schrijf dit met een grijns en lispel: … succes met de volgende reis boyszz.. en girl….
    ….Hehehehehehehe….

    Like

      1. Oh nee, knuffel… die val was eerst. En nu heb ik een klein virtueel wraakje genomen. En vannacht droom ik er weer op los. Gnagnagnagna.

        Like

Reacties zijn gesloten.