Twee keer tevergeefs…

Dat ik talent heb is volgens mij wel duidelijk maar soms sta ik versteld van mijzelf. Vandaag is zo’n dag. Ik ging aan de wandel in Venlo. Groote Heide om precies te zijn. Het plan was om een bezoek te brenge aan het oorlosgmonument aldaar. Groene route, zei Google. Maar de witte kan ook. De eerste is 4,5 kilometer, de tweede 6.

Ik ging voor de groene route want ik wil nog wel eens van het pad gaan. Wordt de wandeling vanzelf langer. Dat viel op zich mee. Dat langer worden. Alleen had ik kans gezien het hele monument te missen.

Talent dus. Want we hebben het hier niet over een kabouterhuisje maar een fors monument. Aan Toet, die zich binnen tien minuten bibberend in mijn rugzak terugtrok, had ik ook niks. Ik overwoog om naar huis te gaan. Ook omdat het een beetje miezerde en ook van een beetje miezer kan je het knap koud krijgen. Om over nat worden nog maar te zwijgen. Soms ben ik koppig. Vandaag was soms. Ik begon aan de witte route.

Qua omgeving had ik niks te klagen en hoewel het best fris was, bleek het wel fotogeniek weer. Iets dat de bittere pil enigzins verzacht want… ook de tweede keer ben ik straal aan het monument voorbij gelopen. Ondertussen weet ik ongeveer waar het ligt (rechts van die punt net voor het drie kilometer punt) dus met een beetje geluk loop ik er de volgende keer zo tegenaan. Want ja, er gaat een volgende keer komen. Neem dat maar van mij aan.

Een beetje zuidelijker

Onder het mom van bijkletsen gaan oud-collega en ik met enige regelmaat samen aan de wandel. Meestal ben ik na twee kilometer uitgekletst want zijn tempo ligt iets hoger dan het mijne. Effect hijgen als een karrepaard dus. Een geluidseffect waar niemand op zit te wachten. Denk ik.

Vandaag was zo’n wandeldag. Op de Meinweg. Een wandelgebied dat zuidelijker ligt dan normaal. Hij weet daar de weg, iets met postduiveninstinct, dus ik let niet zo goed op. Hij had last van zijn rug, dus dit keer bepaalde ik het tempo met als resultaat dit ik hem bijna elf kilometer lang de oren van de kop heb geklets.

Die elf kilometer waren trouwens niet helemaal de bedoeling. Zijn postduiveninstinct had ook ergens last van. Gelukkig hebben we in dit soort gevallen altijd nog mevrouw Google die de weg wel wist, al haperde zij zo af en toe. Of ze heeft geen verstand van de betrekkelijkheid van bospaden. Ze is natuurlijk een AI van de oude stempel.

Enfin, ik heb hem gewaarschuwd op tijd aan te geven wanneer wandelen lastig werd. Iets met geen zin hebben om hem in brandweergreep richting auto te sjouwen, waarbij de eerlijk mij gebied te zeggen dat ik inschat dat dit mij ongeveer 0,5 seconden zou lukken. Mijn stembanden zijn nu eenmaal mijn best getrainde spieren; de rest weet niet zo goed wat getraind betekend.

Normaal, wanneer ik niet alleen aan de wandel ga, maak ik weinig foto’s. Iets met het tempo van een ander niet teveel willen vernaggelen. Bovendien geen tijd want aan het kletsen en bang de draad van mijn verhaal kwijt te raken als ik mijn klep even dichthoud. Ik ken mijzelf. Nu, met dat lagere tempo van hem, ben ik wel een paar keer gestopt. Niet altijd met het gewenste resultaat bij de weg.

De foto’s die zijn gelukt bewijzen weer eens mijn stelling dat Nederland qua schoonheid niet onderdoet voor een land als Frankrijk. Om maar een dwarsstraat te noemen.

Wat is jouw favoriete vakantieland?

Herfst


De eerste opdracht- en daarmee wekker-loze maandag in een lange tijd. Ik had grootse plannen. Plan 1: een gat in de dag slapen. Plan 2: lekker niks doen.

Jullie kennen mijn plannen. Bij het krieken van de dag werden mijn koffiebehoefte en ik wakker. Niks uitslapen. En nog voor ik mijn boerderij spelletje aanzwengelde had ik de eerste factuur al betaald, mijn budget bijgewerkt en de mail gecheckt. Lekker niks doen, me hoela.

Even leek het erop dat Plan 3: stukkie wandelen hetzelfde lot beschoren was maar na mijzelf een spreekwoordelijke schop onder de kont te hebben gegeven reden Grump en ik tegen twaalf uur het parkeerterrein bij het Jaomerdal op.

Tijdens de wandeling van dik 8 kilometer zag ik meerdere paddenstoelen die bereid bleken even heel stil te staan zodat ik ze op de gevoelige plaat vast kon leggen.

Ik kwam voldoende water tegen om even met de camerafunctie van mijn telefoon te spelen zonder natte voeten te krijgen. Dat laatste was meer geluk dan wijsheid btw.

Ergens rond de 7 kilometer vertelde niet alleen de paddenstoelen en het gekleurde blad aan de bomen en op de grond mij dat het toch echt herfst is. Mijn handen voelde dusdanig koud aan, dat het winter had kunnen zijn. Maar de plaatjes zijn mooi.

Gelukkig brandt thuis de verwarming; met het opwarmen van mijzelf en de aarde komt het wel goed.