Vriendin is handig met naald en draad en geloof mij, als er ergens een los draadje hangt, dan ziet zij dit. Zo ook aan mijn nieuwe rode jasje. Geef maar hier, zei zij, terwijl ik op het punt stond te vertrekken. Daar waar ik draadjes zo afknip, werkt zij ze netjes weg. Het bleef niet bij één draadje en later dan gepland kwam ik thuis. Alwaar het eten zo goed als klaar was.
Sorry, zei ik, Vriendin zag een los draadje aan mijn jas hangen en… Zoon knikte. En nu is zij dat aan het repareren en heb jij een zolang een kek jasje van haar geleend. Lichtelijk beledigd zei ik dat dit mijn jasje is. Er verscheen iets van ongeloof in Zoons’ ogen. Alsof moeders geen coole jasjes dragen maar Vriendinnen van moeders wel.
Soms zou ik hem met liefde achter het behang plakken. Als een soort driedimensionaal kunstwerk. Maar dan anders.
Vraagje: zegt jouw kind/zeggen jouw kinderen soms ook van die stomme dingen?


Om hem een klein beetje te verdedigen. De jas links hing tot twee weken geleden op de kapstok en is toen vervangen door het rechter exemplaar. Beide rood. Mijn Zoon mag een bijzonder exemplaar zijn, het blijft een man. 😎😚
