Ooit, in de tijd dat ik deel uitmaakte van de rat race genaamd werken voor een baas zette ik dagelijks een wekker die nauwelijks afliep. Mijn interne wekker heeft zo’n hekel aan het geluid van een echte wekker dat ik 99 van de 100 keer vijf seconden voordat de geluidshel losbarstte, wakker werd.
Dat vermogen, uit mijzelf op tijd wakker worden (al dan niet vanwege dreiging van) ben ik anderhalf jaar geleden kwijtgeraakt. Zonder wekker word ik niet meer op tijd wakker. Verder ben ik altijd van het meteen opstaan geweest. Tegenwoordig snooz ik beter dan een beer in winterslaap. Het is niet iets waar ik blij mee ben maar alle pogingen het tij (de tijd) te keren verliepen minder dan rooskleurig. Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie: accepteer het maar. Het is de leeftijd.
Ik liet het issue los. Misschien dat het mij daarom niet meteen opviel dat het sinds een paar maanden weer makkelijk word om, de incidentele keer dat de wekker staat, voor de wekker wakker te worden en meteen op te staan. Ik schreef het toe aan de onrust vanwege de noodzaak te slapen met een wekker.
Ik speel al een tijdje met het idee om te poging wat meer regelmaat in mijn slaappatroon, of beter gezegd mijn opsta-patroon, aan te brengen. Alleen het moment van executie is nog wat vaag en varieert van morgen, via maandag naar 2026 eerste werkweek. Het grappige is, sinds ik met het idee speel, loopt mijn interne wekker weer af. Meestal rond 7 uur. Vanwege het jaargetijde en mijn winterslaapneigingen sta ik niet meteen op, maar zodra het licht word stap ik uit bed. Het is een begin en een overwinning in één.
Zei ik dat mijn interne wekker afloopt? Ja, dat zei ik en nee, dat gebeurt niet. Net zo goed als dat ik de echte wekker liever niet hoor, wil ik ook niet weten van de interne wekker. Iets waar ik vandaag achter kwam.
Ik sliep. Als een roosje. In mijn hoofd hoorde ik een klik gevolgd door de gedachten, snel, anders loopt de wekker af. Slaapdronken pakte ik de wekker van het nachtkastje. Trrr hoorde ik, en meer niet. De wekker stond niet aan. Ik hoefde niets uit te zetten. Terwijl mijn hoofd dacht Waarom ben ik wakker geworden? riepen mijn darmen Rennen!
Heb ik weer. Darmen met een ingebouwde wekker die fokking veel kabaal maakt. Naar blaas en darmen mag ik graag luisteren. Ook al vind ik het eigenlijk te koud om op te staan.
For the record: ik was op tijd. 💩



